Op mijn middelbare school poogden onze leraren hun
leslokalen wat op te fleuren met vakgerelateerde posters. Zo was ook het lokaal
waar Duits werd onderwezen versierd met een aantal posters die de voordelen van
het leren van Duits moesten onderstrepen. Een er van toonde een landschap met
een omhoog staande slagboom met “zoll” er op, omgeven door de tekst “Met Duits
gaat er een wereld voor je open”. Mijn aanpassing van die slogan werd niet
gewaardeerd. “Met Duits gaat er een Polen voor je open” vond mijn docent te
grensoverschrijdend.
Op mijn werk heb ik onderhand al een heel aantal grenzen
overschreden. Dat begon al op dag een toen we een overleden patiënt te zien
kregen. Ik ken de dood eigenlijk alleen van familieleden en dat is heel triest
omdat het zo dicht bij is. In eerste instantie was ik vrij gespannen hoe ik op
een onbekende overledene zou reageren, maar dat wende snel. Het is geen onverschilligheid
ten opzichte van de overledene, maar het besef dat het ook een deel van het
leven is.
Dan zijn er de intensive care patiënten. Hulpeloos,
bedlegerig en soms in diverse stadia van ontbinding. Vingers en tenen die
steeds zwarter worden en zoeter beginnen te ruiken (ja, als je er met je neus
zo ongeveer bovenop zit dan ruik je het duidelijk….), open wonden, stoma’s,
ontlasting. Het went allemaal, maar de eerste keer is opnieuw een grens. Als
praktijkbegeleider benadruk ik altijd dat ik me bewust ben dat die grenzen er
zijn als je nieuw bent, en dat het okay is om aan te geven dat je even wat tijd
nodig hebt. Gelukkig nemen nieuwe collega’s hun tijd. De een heeft moeite met
overleden patiënten, de andere weer met intensive care patiënten.
Voor mij persoonlijk was ook het contact leggen met
wildvreemden grensoverschrijdend. Ik ben redelijk introvert en had er altijd
redelijk moeite mee om uit mijn comfort zone te komen. Maar sinds ik portør ben
moet ik wel. Praatjes aanknopen met patiënten, ik heb er serieus heel erg aan
moeten wennen. Maar ook die grens is geslecht. Geen enkel probleem meer. Het
begint zelfs door te werken in mijn privé leven, waar ik daadwerkelijk praatjes
aan knoop met mensen die ik tegen kom. Heel apart, maar erg leuk.
Hartstilstanden en trauma kunnen ook erg grensoverschrijdend
zijn. Je weet nooit wat je aantreft als je in zo’n geval de kamer binnen komt.
Gelukkig was de eerste keer dat ik hartmassage gaf een redelijk standaard
gebeuren. Nu ruim twee jaar later heb ik meegemaakt hoe patiënten hun pas
gegeten middageten uit braken, artsen die opereren terwijl ik massage geef (inclusief
een volkomen opengesneden buik waar de darmen uit puilden…) of de spatische
samentrekkingen als een patient een stroomstoot met de defibrillator krijgt.
Traumapatiënten idem. De ene keer iemand die van een paard gevallen is, de
andere keer iemand die zodanig aan puin is gereden dat je in eerste instantie
niet ziet of het een man of vrouw is…
En net als je denkt dat je alle grenzen wel overschreden
hebt, kom je een nieuwe grens tegen. Ik werd met een collega naar een afdeling
geroepen omdat een psychiatrische patiënt in toom gehouden moest worden. De patiënt
moest op de afdeling blijven maar omdat er nog geen toestemming van de arts was
voor dwangverpleging kon de patiënt niet vastgehouden worden. Elke patiënt is
vrij om te gaan of staan waar hij/zij wil. Dus in afwachting van het groene licht
van de arts, volgden mijn collega en ik de patiënt die volkomen verward door
het ziekenhuis dwaalde.
Uiteindelijk werd ik gebeld met de mededeling dat wij de patiënt
vast mochten pakken en terug naar de afdeling voeren. En op het moment dat ik
de patiënt vast pakte (rechter arm onder de oksel, linkerhand om de pols) en deze
met mijn collega terug begon te leiden naar de afdeling, was ik me opeens
volkomen bewust van het feit dat dit vrijheidsberoving was. Dat ik iemand tegen
diens wil mee nam. En dat was behoorlijk grensoverschrijdend. Dat doe je niet
zomaar. De situatie was weliswaar uitzonderlijk, maar het gaf me een naar
gevoel.
Het belangrijkste met dit alles is om het niet op te
kroppen. Praat er over, neem even een korte pauze. Er kan, als het nodig is,
ook psychologische hulp verleend worden. Er zijn collega’s die het opkropten en
die knapten van de ene op de andere dag. Daar heb ik geen zin in. Dus ik drink
een kop koffie en ik schrijf. Mijn persoonlijke uitlaatklep.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten